Home - Inhoud - Column - 27 - Column 29 - Archief - DB-week 23/24 - red.
ONTRUIMINGSVERSLAG OP NIEUW-DENNENDAL.NL
WEEK 24
NO. 28

(11 juni)

INTERACTIE:

Vanaf eind oktober zijn opgenomen de rubrieken DAGBOEK & PRIKBORD en COLUMN & POËZIE, via redactie te vullen door sitebezoekers. De site staat daarmee in principe open voor iedereen. Bij het ontbreken van bijdragen springt de redactie in. Graag ondertekening met naam en toenaam, en - naar keuze - e-mailadres en maatschappelijke identiteit. Ook een fotootje behoort tot de mogelijkheden. Een sleutelwoord of kopje is handig. Plaatsing van het dagboek gebeurt naar dag van ontvangst/lezing, voor de column is in principe de vrijdag gereserveerd. De plaatsing kan op zich laten wachten door technische problemen, afwezigheid van de muze, vakantie e.d. en andere omstandigheden

ONDERWERPEN:

De column- ruimte bij nieuw-dennendal.nl kan vrij worden gewijd aan ieder mogelijk onderwerp: van politiek tot cultuur tot psychologie tot spiritualiteit, tot integratie van dat alles. Verdieping en reflectie zouden mooi zijn. Ook poëzie en boekbesprekingen zijn mogelijk. Zie verder hetgeen onder Dagboek wordt vermeld. Bijdragen met commerciële intenties worden niet opgenomen. Vanzelfsprekend blijft de redactie verantwoordelijk.
Er geldt in principe een maximum van 500 woorden, met een minimum van 350. Eventueel wordt over de vorm ge-emaild.


Dagboekinzendingen svp mailen onder 'dagboek', columns onder 'column'.


ONTRUIMINGSVERSLAG:
Ontruiming
Door Aagje Soede
'Aagje Soede werkte van 1969 tot 1974 op Dennendal, waarvan drie jaar op Lorentz-E, en behoorde tot de eerste lichting Z-gediplomeerden (1972). Ze was na Dennendal enige tijd betrokken bij de Noord-Hollandse woongroep Dirkshorn en daarna zes jaar werkzaam in een Utrechtse boekhandel (Broese), specialisatie kinderboeken.'
(Haar verslag is het tweede uit wat hopelijk een serie terugblikken op de ontruiming wordt: in juli is het 30 jaar geleden - hg.)

Het is bijna 30 jaar geleden. Veel ben ik vergeten en ik twijfel of ik het me wel goed herinner.
De avond voor de ontruiming was ik naar mijn zus in Ermelo. Bij thuiskomst heb ik de groep gebeld. Collega's en ouders waren daar al.
Van die nacht weet ik niet veel meer. Wel het moment dat 's morgens de politie in de tuin verscheen. Ik vond ze zo jong! (En dat terwijl ik zelf al 22 was.) We vroegen ons af of ze de eerste klas van de politieschool de klus lieten klaren.
Ze stonden bij de schommels te praten en te lachen, ze leken er wel zin in te hebben. Dat veranderde toen ze ons voor de ramen zagen staan. Net of ze toen pas doorkregen wat ze eigenlijk kwamen doen.
Het betreden van de groepsruimte door de politie staat nog wel in mijn geheugen gegrift. Toen de eerste politieman verscheen sprong Piet in mijn armen. Letterlijk. Hij sloeg z'n armen om mijn nek en z'n benen om mijn heupen. Verder hield hij zich stil en dat was bevreemdend. Piet was meestal nadrukkelijk aanwezig.
Er werd een aantal mensen weggeleid. Toen ik aan de beurt was vroegen ze Piet mij los te laten. Geen reactie. Twee agenten hebben hem van me afgehaald. Dat ze het met z'n tweeën af konden was ongewoon. Piet kon excessief reageren op dwang en het was eigenlijk te verwachten dat er meerdere mensen voor nodig zouden zijn. Hij was kennelijk hevig onder de indruk van de situatie.
Ik had me voorgenomen niet mee te werken en me te laten dragen. Maar daar kwam niets van terecht. Ik was totaal verslagen en zo mak als een lammetje liep ik mee.
De volgende dag was zeker zo aangrijpend. Tom W. was kort voor de ontruiming op Swammerdam opgenomen. Hij had spullen nodig en zijn ouders durfden het niet aan het paviljoen weer in te gaan. Ze vroegen mij een en ander voor hem op te halen.
Het was mooi weer. Toen ik bij het paviljoen aankwam stond het raam in het kantoor open. Er zaten mensen te praten en te lachen. Heel gezellig, maar ik had het gevoel een klap in het gezicht te krijgen. Toen ze mij zagen aankomen verstomde het gelach en ik hoorde ze overleggen wat ze met me aan moesten. Er kwam iemand het kantoor uit met de mededeling dat ik er niet in mocht...
Met tranen in de ogen heb ik hem toegevoegd dat ie kon oprotten. Ik kwam om spullen te halen voor Tom en dat zou gebeuren ook.
Of het de tranen of de heftigheid van mijn reactie was weet ik niet, maar er werd me verder geen strobreed in de weg gelegd.
Het paviljoen was een puinhoop. Smerig, meubilair kriskras door elkaar, niet afgeruimde tafels. Maar vooral: leeg.
Snel heb ik een tas volgepropt met kleding en wat persoonlijke spullen van Tom en ik ben zo snel mogelijk weer vertrokken.

Aagje Soede