Home - Inhoud - Living dangerously (terug) - Interview (2) - Archief - red.
INTERVIEW JORIS EN BARTHO SMIT (1)

03-2011

09 nov.

INTERACTIE:

Bijdragen voor de COLUMN-ruimte zijn via redactie in te zenden. Graag ondertekening met e-mailadres. Ook een fotootje behoort tot de mogelijkheden. Een sleutelwoord of kopje is handig. Plaatsing kan op zich laten wachten door technische problemen, afwezigheid van de muze, vakantie e.d.

ONDERWERPEN:

De columnruimte is vrij. Het kan een persoonlijke oprisping, recensie, mailwisseling, oproep of iets anders zijn. Er geldt in principe een maximum van duizend woorden, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Eventueel wordt over de vorm ge-emaild.

Joris in het stuk Dennendal

Joris en Bartho op toneel

Afgelopen 7 november, een grijze maandagmorgen, fietsten we naar het Compagnietheater in Amsterdam voor een interview met Joris en Bartho Smit. Zij stonden van juni 2009 tot april 2011 als vader en zoon op de planken met ‘Hé Pa, wat deed jij in de Dennendaloorlog? een titel die later veranderde in kortweg ‘Dennendal’.
Opzet was het maken van een afrondend interview, een terugblik op veertig voorstellingen over actievoering in de jaren ’70 en de vader-zoonrelatie. Hoofdthema van het stuk was de bevlogenheid van de ‘babyboomers’ en het veronderstelde ontbreken van dat revolutionaire elan bij de huidige jongerengeneraties.
Joris speelt de zoon die stuk loopt op wat hij ziet als de onverschilligheid en het materialisme van zijn leeftijdgenoten. Hij wil van zijn vader horen of het in de jaren ’70 écht allemaal zo anders, zo heroïsch en romantisch was.
Bartho, die als staflid van Dennendal de ‘revoluutsie’ zelf meemaakte, probeert als vader tegengas te geven, maar moet zich van zoonlief beperken tot diens tekst. Toch weet hij duidelijk te maken dat de jongeren van nu niet veel anders zijn dan die van toen.
Interviewer Hans Grimm werd op 3 juli 1974 samen met Bartho door de politie uit paviljoen Lorentz van Dennendal gesleept en in een overvalwagen afgevoerd.
Mede-interviewer Iris Grimm is dochter van Hans en journalist-researcher. Twee interviewers dus (vader en dochter) en twee geïnterviewden (vader en zoon): over de jaren 1960/70, de 21ste eeuw en verschillen en overeenkomsten tussen generaties.

'Joris moet blijven'

DEEL 1 van 'DENNENDAL' (Hé Pa, wat deed jij in de Dennendaloorlog?)

Over de trailer op YouTube, de koffieverslaving van Bartho, de relatie met het Noord Nederlands Toneel, salaris ontvangen, de invloed van Laura van Dolron, het probleem niet-acteren, feedback en vader&zoon-Smit.

Voorafgaand aan het interview klinken de klanken van Helplessly hoping’, van Crosby, Stills and Nash, de soundtrack op de YouTube-trailer waarin de voorstelling werd gepromoot. Bartho en Joris verwisselen op het filmpje met elkaar van plaats in de auto waarin ze naar paviljoen Lorentz rijden, waardoor twee generaties en twee momenten met een tijdsverschil van ongeveer 35 jaar naadloos in elkaar overgaan.

Iris trapt het interview af met een vraag naar de impact van de muziek en het filmpje.
Bartho: ‘Toen ik het voor het eerst zag, een paar jaar geleden, heb ik me enorm verbaasd. Ik herkende mij zelf bijna niet. En nu kan ik me zelfs herinneren hoe ik me heb gevoeld toen het filmpje werd opgenomen. Het komt steeds dichterbij. Ik realiseer me steeds meer: dat ik dat ben ik - niet dat wás ik, maar dat bén ik.
Afstand-nabijheid, dat roept het op, en heimwee, trots, verbazing...
Ik heb het filmpje voor het eerst gezien bij de opnamen voor de Andere Tijden-uitzending’ (van december 2002, red.).


Joris zegt dat vooral de zinsnede "they are for each other" hem aanspreekt. 'Toen ik dat voor het eerst hoorde vond ik dat heel goed passen bij de voorstelling. Vader en zoon zijn nu eenmaal onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daar kun je niets aan doen... En Crosby, Stills and Nash is muziek die mij doet denken aan de jaren ’70. Bartho en mijn moeder Coby luisterden daar veel naar. Het heeft iets heel melancholisch en historisch.
Ik had ook bijna het nummer ‘I almost cut my hair’ uitgekozen, maar dat lag er iets te dik op.
‘Helplessly hoping’ gaat over een verloren liefde. Het roept iets nostalgisch op en dat klopte er heel goed bij.'


Joris deed voor het maken van het Dennendalproject lange tijd research, onder meer in Den Dolder. Zo reed hij rond over het terrein van Dennendal om te zien of er nog iets was overgebleven van toen. Hij plakte daarvoor een camera op het dashboard van de auto. 'En toen bedacht ik me dat ik in de Andere Tijden-Documentaire beelden van Bartho op Dennendal had gezien.'

Vervolgens leende hij beeldmateriaal (van Hans, red.) over Dennendal en ging dat een week lang op zijn kamertje bekijken. Bij het zien van de beelden van het AVRO-interview van Jaap Van Meekeren met Bartho in een auto dacht hij: 'Dat is perfect. Als ik het zó kan knippen dat Bartho en ik langs elkaar heen rijden, Bartho in 1974 en ik in 2009, dan heb ik de inhoud en het idee van mijn voorstelling in een notendop in een kort filmpje.'

Na de montage liet hij het resultaat aan Bartho op zijn computer zien. 'Ik zette hem aan, met geluid; Bartho –die soms wat druk is- loopt weg: effe koffie pakken. Ik roep: nee, en begin opnieuw. En (zich naar Bartho toe wendend, red.) jij zag die beelden van jezelf en mij in de auto, en reageerde met ‘fantastisch, fantastisch’. En net op het moment dat ik jou groet in de auto, keek je even weg of zei iets tegen Coby. Dat vond ik zó irritant, ik zei: kijk nou eventjes….
Je was zo druk, je moest gewoon twee keer kijken. En toen kwam ie wel binnen geloof ik…. Ik was héél benieuwd wat je ervan zou gaan vinden, natuurlijk.


Iris: ‘Waarom vat het filmpje de voorstelling in een notendop samen?’
Joris: Nou, ten eerste omdat Bartho en ik er in voorkomen. En omdat we allebei in het filmpje precies dezelfde leeftijd hebben. Bartho was 27 toen het filmpje met hem werd gedraaid en ik was 27 toen ik daar rond reed. De voorstelling gaat heel erg over mijn vraag aan Bartho: hoe was jij toen jij zo oud was als ik nu ben…
We zijn vader en zoon, maar we zitten niet in hetzelfde shot en we rijden langs elkaar heen. Misschien dat wij als vader en zoon soms ook letterlijk in ons leven langs elkaar heen rijden. En nooit… En ook dat je altijd op zoek bent naar contact met je ouders.
Ik vroeg me heel erg af: wat deden mijn ouders eigenlijk toen ze zo oud waren als ik nu ben? Wat maakten ze mee? Hadden ze dezelfde vragen? Waren ze met dezelfde dingen bezig?
En daar kwam ik achter door Bartho te interviewen, door veel met hem te praten over Dennendal. En ik constateerde dat hij toch een stuk geëngageerder was dan ik.
Ik maak toneel, maar ik heb niet het doel iets te veranderen. Ik voel geen brandend verlangen om de barricaden op te klimmen, om ergens voor te gaan staan, om iets rigoureus te veranderen; en Bartho deed dat wel toen hij zo oud was als ik.
Dus daar was ik heel erg jaloers op, en daar wilde ik iets mee doen, daar wilde ik iets over vertellen. Met zijn verhaal wilde ik iets vertellen over mijn generatie…. Daar gaat de voorstelling over.
Ik rijd in een oude Ford over het terrein, om terug te keren naar die tijd. Maar ik ben gewoon een jongen uit 1981, die nu leeft in iPhone-wereld. Dus dat is heel anders, dat is heel vreemd…


Hans: ‘De voorstelling viel onder het Noord-Nederlands Toneel, je werkgever. Ze werd niet gespeeld voor eigen rekening, maar je kreeg gewoon je salaris als NNT-acteur terwijl je met Dennendal op de planken stond?'
Joris: Ja, saai he? Ja, ik had gewoon een baan, en Bartho had ook een baan. Het NNT vroeg mij of ik zin had in twee weken een voorstelling te maken en die een weekendje te spelen.
Nou liep ik al een tijd rond met de idee van het Dennendalverhaal een filmscenario te maken. Ik was dus wel een beetje ingelezen, maar twee weken is natuurlijk heel kort. Ik heb die twee weken aangegrepen om de solo te schrijven. Het was de bedoeling dat ik het stuk twee avonden zou spelen, maar dat werden bijna twee jaar, omdat het goed was gelukt, er veel vraag naar was, het een interessant thema had en het interessant is een vader en een zoon op het toneel te zien.
Maar het is precies wat je zegt: ik had gewoon een salaris. Ik deed dat omdat het kon en het me werd gevraagd. Maar als ze me niet hadden gevraagd weet ik niet of ik het wel had gedaan. En dat is precies wat me irriteert, in mezelf en aan mijn generatie. We doen zo weinig, we zijn zo lui. We doen iets als ons iets gevraagd wordt, misschien… Maar dan moet het wel gedeclareerd kunnen worden, en dan wil ik wel een salaris hebben en dan wil ik wel de WW in als het weer is afgelopen. Terwijl op Dennendal gewoon werd gewerkt terwijl ze ontslagen waren, salaris of niet…’


Hans: ‘Hadden jullie een regisseur of een regisseuse?’
Joris: ‘Ik heb hulp gekregen van de theatermaakster Laura van Dolron, waarmee ik al eens eerder had gewerkt. Zij heeft me geholpen met het schrijven en me ervan overtuigd dat het tof was die voorstelling met Bartho te gaan doen.
In eerste instantie durfde ik dat niet en had zoiets van: daar kun je die man niet mee lastig vallen. Maar zij zei alleen maar: dat is mooi, dat moet je gewoon gaan doen, en je moet hem niks laten zeggen. Jij bent gewoon aan het woord en af en toe gebruik je hem. Daar is zij heel erg vormend in geweest, in dat idee.
Toen ik het schreef was zij in Thailand. Zij heeft mij via internet gecoacht met schrijven...
Een collega-actrice heeft mij twee middagen voorgezeten, om mij effe spelmatig feedback te geven. That’s it. Voor de rest heb ik het zelf gedaan.’


Hans: ‘In die twee jaar is er dus niet veel interventie of begeleiding meer geweest.’
Joris: ‘Nee eigenlijk helemaal niet. We hebben het zelf aangescherpt als we het speelden, en geactualiseerd. We kregen feedback van het publiek en waren onze eigen regisseur.

Bartho: ‘Ik moet zeggen dat de inbreng van jouw collega Veerle voor mij wel wat betekende, omdat het de eerste keer was dat ik op een podium stond – afgezien van mijn studentenjaren.
Ik vond de feedback interessant, omdat ik mij daardoor bewuster werd van mijn houding. De kern van de zaak was dat ik níet moest acteren. Het was iets heel paradoxaals. Veerle regisseerde dat ik niet moest acteren en Joris zei me later ook dat ik dingen niet te mooi moest doen.
Ik vond het moeilijk om iedere keer weer te doen alsof ik het voor de eerste keer deed. Ik ben een beetje theatraal van karakter en heb al gauw de neiging om toch iets te acteren, ook nog tamelijk slecht waarschijnlijk, als een amateur. Dus ik moest van alles niets doen en dat vond ik lastig….
En na de voorstellingen gaven we elkáár feedback. Zo vertelde ik het als Joris te gehaast was of niet geconcentreerd genoeg. Zo werd de voorstelling steeds beter…


zie voor het vervolg: Interview (2)