HOME - INHOUD - TERUG - VOLGENDE (CHRONO II) -
DENNENDAL, BIJV.: CHRONOLOGIE I, 1461 t/m 1973
jouw foto hier
Opland gaf in de Volkskrant van 4 juli 1974 zijn eigen visie op de ontruiming

CHRONOLOGIE I: 1461 t/m 1973


Gebaseerd op prof. dr. U Rosenthals 'Rampen, Rellen en Gijzelingen, crisisbesluitvorming in Nederland' ( 1984) , Coen Tasmans 'Louter Kabouter' (1996), 'Rondom Dennendal', Sjaloom (1974), 'Nieuw Dennendal Vandaag', het Nieuw-Dennendalbulletin dat verscheen van 28-1-'74 tot en met januari 1975 , krantenknipsels en interviews (o.a. een uitvoerig interview met Jozef vd Put)

-

1461: 'Ellendig sinloos volk'


- De Willem Arntsz Stichting vormde al eeuwenlang de paraplu voor een aantal instellingen in en rond Utrecht waar 'dollen', 'razenden', 'innocenten', 'onnozelen' of 'idioten' werden opgevangen. Op de poort boven een tehuis in Utrecht was aangegeven dat daar het 'ellendigh sinloos volk' was ondergebracht. De geschiedenis van de stichting gaat zelfs terug tot het jaar 1461. De stichting werd bestuurd door een College van Regenten dat vanouds werd benoemd door B&W en G.S. van Utrecht. Het oudste onderdeel was het Willem Arntsz Huis in Utrecht (Dankers, Van der Linden: 9, 17).


1907: Buitengesticht


- Bij Den Dolder wordt het 'Buitengesticht' Willem Arntsz Hoeve gevestigd met als afdelingen Psychiatrie, Geriatrie en Oligofrenie (zwakzinnigenzorg). De inrichting komt in een uitgestrekt bosrijk terrein van enkele honderden hectare, langs de spoorverbinding Amersfoort-Utrecht. Er wonen ongeveer duizend patiënten.


1964: Oligofrenie (zwakzinnigenzorg)


- Realisatie afzonderlijke afdeling oligofrenie op de Willem Arntsz Hoeve op initiatief van geneesheer-directeur professor Poslavsky.
- Carel Muller, die tweeënhalf jaar als dienstweigeraar in de Rijks Psychiatrische Inrichting in Eindhoven had gewerkt en tijdens zijn psychologiestudie in Utrecht stage op de Hoeve had gelopen, wordt als hoofd van de afdeling Oligofrenie aangesteld. De afdeling is dan nog nauw verbonden met Psychiatrie en Geriatrie.


1969: Duofunctie, aparte afdeling Dennendal


- Begin 1969 wordt hoofdverpleger Willem André verpleegkundig directeur voor de zwakzinnigenafdeling, met onder meer de verantwoordelijkheid voor Personeelszaken. Carel Muller wordt op voorstel van Poslavsky benoemd tot psychologisch directeur in een duofunctie met André. Carel Muller krijgt de leiding van de therapeutische activiteiten.
- Half 1969: Carel Muller neemt contact op met architect Van Klingeren over de nieuwbouw op Dennendal. Vorming van de Plancommissie Nieuwbouw voor de gehele Hoeve.
- november 1969: Officiële opening zwakzinnigenafdeling 'Dennendal' in aanwezigheid van prominente gezagsdragers.


1970: Oranjevrijstaat, Kabouters, Nieuw Moria


- 5 februari: In Amsterdam, 'in een naar hasjiesj geurend bovenzaaltje van Akhnaton', wordt door Roel van Duijn en andere Kabouters de Oranjevrijstaat opgericht, die ook een Volksdepartement voor Geestelijke Volksgezondheid krijgt. Volgens de proclamatie gaat het departement zich bezighouden met 'onderzoek naar de oorzaken van criminaliteit en de genezing daarvan'. Het departement zal de taken van het ministerie van Justitie van de oude maatschappij overnemen. Er worden alternatieve visies ontwikkeld op rechtspraak en geestelijke gezondheidszorg.
De werkzaamheden komen aanvankelijk langzaam op gang, omdat er voor de Geestelijke Volksgezondheid geen actiegroep bestaat waarop kan worden teruggevallen. Martijn Lindt neemt de coördinatie van het ministerie op zich. Later wordt hij daarin bijgestaan door Coen Tasman (Tasman: 279, 280).
- 24 april: Er vindt een vergadering plaats waaraan behalve door Martijn Lindt en Coen Tasman wordt deelgenomen door Albert Laterveer en de psychologiestudenten: Jozef van der Put, Rob Esser, John Horowitz, Ada Herpst en Chily Overduin. Albert Laterveer zegt zich te willen toeleggen op de opvang van drugsverslaafden in 'een alternatieve kliniek'. Jozef van der Put ziet meer in experimenten 'in geprogrammeerde meditatietherapie met behulp van lsd, hasjiesj en hypnose'. Ada Herpst en John Horowitz willen hun ervaringen op het gebied van hulpverlening bij seksuele problemen en huwelijksproblemen uitbreiden. 'Er werd een voorlopige aankondiging van de plannen geschreven voor het jongerenblad Aloha, waarop positieve reacties kwamen van dr Joost Bendien, directeur van de Vondeldagkliniek, de psychiater Arendsen-Hein en de psycholoog Carel Muller' (Tasman: 280).
- mei: Martijn Lindt, Albert Laterveer en Dolle Mina Carla Kuit brengen een bezoek aan Dennendal, dat veelbelovend verloopt. Carel Muller ziet mogelijkheden om hen te betrekken bij zijn plannen om op de boerderij bij Dennendal een biologisch-dynamische tuin aan te leggen, die werkobject moet worden voor mensen van buiten, de groepsleiding en de pupillen. De plannen sluiten mooi aan bij de ideeën van de Kabouters. Martijn Lindt stelt, geïnspireerd door Tolkiens 'In de ban van de Ring', als naam voor: 'Leef/Werkgemeenschap Nieuw Moria'. Hij vat de grondgedachten van het project samen in een nota, waarin wordt uitgeweid over de dwergen van Moria, 'die leefden in schitterende gouden zalen waar het altijd feest was; ze werkten voor hun plezier en er viel geen onvertogen woord'. Hij schildert vervolgens de Orks, 'die vergeten zijn waar het woord 'gevoel' voor staat en die een troep van Moria hebben gemaakt door hun vrees voor het natuurlijke en het bovennatuurlijke', en besluit dat Nieuw Moria een plek zal worden voor 'ontwakende Kabouters'. De leden van de gemeenschap zullen zich bezig gaan houden met 'verbale en non-verbale groepssessies, creatieve expressie zoals kleding ontwerpen, leerbewerking, schilderen en tekenen, ontspanning, beweging en muziek' (Tasman: 285).
- vanaf augustus: Martijn Lindt, Jozef van der Put en andere Kabouters bezoeken geregeld de Mullers in de Witte Hull in Zeist, het paviljoen dat onder supervisie staat van Jan Mulder. De contacten tussen de Kabouters en Dennendal worden steviger. Volgens Martijn Lindt introduceerde Carel Muller antroposofische ideeën over spirituele groei en bood zo een alternatief voor drugsgebruik. Sommigen namen die lijn over, anderen bleven hun pijpjes roken. Martijn, die zich ook liet inspireren door het werk van Gurdjieff, maakte een ontwikkeling door waardoor hij 'beyond' drugs zou raken (interview eind november 2001).


1971: EERSTE CONFLICT

STRIJD OM EEN NIEUWE MAATSCHAPPIJ

- Jaarwisseling 1970/'71: De Kabouters gaan min of meer deel uitmaken van Dennendal. Zij werken onder meer als vrijwilliger in de tuin. De groep bestaat behalve Martijn Lindt uit: Ellen Groenendijk, Jozef van der Put, Hans Korteweg, Ludwig Tiller, Bart Edel, Tineke van Woudenberg en Albert Laterveer. Andere betrokkenen zijn Bert Tellegen van het Utrechtse Instituut voor Klinische Psychologie en enkele stafleden en groepsleiders van Dennendal. 'Hoewel hij formeel geen deel uitmaakte van de kerngroep, was Carel Muller er toch voortdurend bij betrokken' (Tasman: 286).
Ex-Provo Hans Tuynman is enige tijd actief in de moestuin, maar geeft er na korte tijd de brui aan. Zijn werk wordt overgenomen door Hans Donderwinkel en Floris van der Ham, een deskundige op het gebied van bd-landbouw.
Het project wordt gekenmerkt door: 'het samen experimenteren met leefpatronen waarvoor in de gevestigde maatschappij geen ruimte' is. Naast de woning van de Mullers is er het paviljoen Donders, 'waar de subcultuur mag bloeien, de 'theetuin' met de woning van diens schepper Frank Brave. Tasman schrijft: 'Het zijn allemaal zeer intensieve en emotionele ervaringen, die het gevoel geven in het voorland van de nieuwe, socialistische maatschappij te leven. Het ideaal van de Oranjevrijstaat lijkt hier tastbare werkelijkheid te worden' (Tasman: 287). Een van de activiteiten is 'xoelapepelen', een sensitivityspel waarbij de deelnemers in een donker gemaakt ruimte elkaars emotionaliteit verkennen.
- januari/februari: De democratisering schiet wortel in Dennendal. De staf neemt de nota '71 I aan waarin stafleden en directeuren worden gelijkgeschakeld. De verantwoordelijkheid voor Dennendal zal een collectieve zijn.
- februari/maart: Binnen de Hoeve-directie onstaat steeds meer irritatie over het op Dennendal gevoerde beleid en er klinkt de roep om Carel Mullers ontslag.
- 5 maart: Vier van de vijf directeuren van de WA-Stichting schrijven een brief aan het bestuur waarin het vertrek van Muller wordt geëist. Verpleegkundig directeur Willem André, die problemen heeft met de gelijkschakeling van de staf en de praktijk van de verdunning, treedt terug. Aandacht van pers en Tweede Kamer. De inspecteur voor de Geestelijke Volksgezondheid van Utrecht, dr. W. Meijering, verdedigt zijn steun aan Carel Muller op televisie.
- In deze zelfde periode: Twee Telegraaf-journalisten, Henk de Mari en Frits Gonggrijp, worden 'tamelijk hardhandig' door groepsleiders van het terrein verwijderd, die de bedoelingen van de journalisten wantrouwen. De Telegraaf-journalisten zouden daarop hebben eroepen: 'Wacht maar, we krijgen jullie wel, we schrijven de Willem Arntsz-hoeve dood!' (Tasman: 288).
- 22 maart: De Telegraaf begint - naar in eigen woorden wordt gemeld - 'een campagne' tegen veronderstelde misstanden op Dennendal met een artikel onder de kop'Den Dolder draait dol door Kabouters'.
- 23 maart: Onder een foto van theetuinbeheerder Frank Brave brengt de Telegraaf een bericht van Gonggrijp en De Mari met de kop: Reeds drie patiënten kwamen om.
- 24 maart: Staatssecretaris Kruisinga schorst Meijering gedeeltelijk als inspecteur voor de Geestelijke Volksgezondheid in de provincie Utrecht. Meijering kondigt beroep aan voor het Ambtenarengerecht.
- 27 maart: Theentuinbeheerder Frank Brave wordt door de Telegraaf geportretteerd met als onderschrift: 'Patiënten of verplegers?' (De Telegraaf-fotografen krijgen toestemming foto's in de theetuin te maken door zich uit te geven als vertegenwoordigers van met de Kabouters bevriende media.)
- In deze zelfde periode: Hans Donderwinkel stuurt een brief rond met een blad hennep, die in handen komt van het bestuur. 'Voor de tegenstanders van Carel Muller was dit natuurlijk hét bewijs dat die op Dennendal het gebruik van drugs propageerde' (Tasman: 287). Carel Muller rest niet veel anders dan Hans te ontslaan.
- 22 april: De Kabouterkrant publiceert een artikel van de op Dennendal werkzame Kabouter Tom van der Kooi, die daarin de rol van de Telegraaf, de politieke aspecten en de achtergronden van het conflict rond Dennendal analyseert.
- mei: Mede als gevolg van het conflict komt er geleidelijk een einde aan de bezoeken van de Amsterdamse Kabouters aan Dennendal. 'Nieuw Moria' heeft dan ongeveer negen maanden bestaan, maar is, in de woorden van Martijn Lindt, 'niet echt tot een leefgemeenschap kunnen uitgroeien: het is voor een groot deel bij ideeën gebleven'.

Interview Jozef van der Put (15 febr. 2003)

Jozef kwam – naar eigen zeggen mogelijk 24 april 1970 - met medestudenten psychologie bijeen in de studentenflat Uilenburg, waar werd gesproken over een Nieuwe Psychologie, gebaseerd op de humanistische psychologie van Maslow, die zich bezig zou moeten houden met bewustzijnspsychologie in plaats van louter empirische ‘rattenpsychologie’ (behaviourisme, zoals dat destijds gedoceerd werd aan de universiteit). Jozef noemt de boeken van Tart en psychologen als Cohen en Duiker, als mensen die enigszins op dezelfde lijn zaten. Deelnemers aan de groep waren naast Jozef: Hans Korteweg, Martijn Lindt en Coen Tasman.
Uit het werkgroepje zou uiteindelijk de Ronde Regenboog voortkomen, een boekwinkel voor alternatieve psychologie bij het Vondelpark. De winkel was het pendant van de meer op mystiek en esoterie gerichte boekwinkel van de Kosmos. Jozef werd in die tijd door John Jansen van Galen voor de Haagsche Post over de 'nieuwe psychologie' geïnterviewd.
De ontwikkelingen speelden zich af tegen het decor van de subcultuur, waarin hasj- en lsd-gebruik een belangrijke rol speelde. Volgens Jozef was het niet zo dat het gebruik van bewustzijnsverruimende middelen doelbewust werd aangeprezen of gestimuleerd. Hij zelf experimenteerde wel wat met drugs, maar was er uiterst voorzichtig mee en stopte vrij snel.
Jozef, Martijn en Hans kregen via een oproep in Aloha contact met Carel Muller. Ze bezochten Carel in diens woning bij de Witte Hull in Zeist, en hadden ontmoetingen op het gazon voor de woning van de Mullers.
Op Dennendal was in diezelfde periode – najaar ’70, begin ’71 – een ‘sien’ ontstaan rond de theetuin in paviljoen Donders, die gebouwd was door Frank Brave en Michiel Schouten, beiden afkomstig uit Amersfoort. De Amsterdamse kabouters sloten zich aan bij de groep rond de theetuin. Ze sliepen op matrassen in Donders, waar ze als vrijwilliger min of meer illegaal verbleven. Jozef kreeg een relatie met beeldend kunstenares en Geriatrieverpleegkundige Mia Zaat, die de gangen van Donders in psychedelische kleuren zou verven.
Frank had een tijd een relatie met Ellen Groenenveld en bewoonde met haar de portierswoning van Donders. Hans Donderwinkel deed de biologisch-dynamische tuin. Frank had de theetuin gebouwd, maar het meeste werk in de tuin werd volgens Jozef door hem zelf verricht. Hij zou tot de zomer van ’71 actief zijn in Donders en introduceerde er onder meer Xoelapepel (sensitivityoefeningen). Tegen de zomer stopte hij ermee om zich aan andere zaken te wijden, zoals het afmaken van zijn studie. Hij zegt hierover dat hij het gevoel kreeg dat het met Dennendal ‘niet goed zou gaan’, dat hij ‘de intuïtie had dat het niet goed zou aflopen’.
Over het drugsgebruik merkt hij nog op dat 'zonder drugs Dennendal er niet geweest zou zijn'.
Jozef houdt zich tot op de dag van vandaag bezig met bewustzijnspsychologie, deels ook in opdracht van overheidsinstanties. Hij houdt in academische kring in binnen- en buitenland lezingen. Zijn activiteiten richten zich met name op processen als ouder worden, sterven en rouwen. Zo helpt hij mensen bij ‘het opmaken van de stervensbalans’ en is betrokken bij de stichting Merkala, die BDE's (bijnadoodervaringen) in kaart brengt (einde interview).

- 10 juni: De door Kruisinga met een onderzoek belaste Commissie-Speyer komt met een hoogst eenzijdig rapport waarin wordt geadviseerd 'Carel Muller buiten dienst te stellen, Frank Brave te ontslaan, mevrouw Tellegen-Veldstra te ontheffen van haar functie als bestuurslid en scherpere eisen te stellen aan het personeel met betrekking tot gedrag, leefwijze, kleding en uiterlijk voorkomen. In feite ging het de commissie-Speyer om herstel van het 'medisch model' op Dennendal' (Tasman: 289).
- 11 juni: Ziekteverlof Muller/schorsing Muller, indirect op last van staatssecretaris Kruisinga; terugkomst André; breuk in bestuur Willem Arntsz Stichting.
- 12 juni: De Telegraaf komt opnieuw met een artikel over de Willem Arntsz Hoeve. Het chapeau boven de kop luidt: Vernietigend rapport over Arntszhoeve. De kop zelf: '800 patiënten blootgesteld aan gevaren'. En Henk de Mari meldt vervolgens: 'De Willem Arntsz Stichting - en in het bijzonder de zwakzinnigeninrichting Dennendal - is een ziek lichaam. De patiënten die er verpleegd worden, leven voortdurend in een verhoogd-risico-situatie.' Elders in dezelfde krant: 'Arntszhoeve zet Poslavsky en Muller buiten functie.' Ook het Parool bericht over het rapport-Speijer, en wel onder de koppen: 'Negatieve reacties op rapport Arntszhoeve. Onzakelijk en koel stuk.' Vervolgens valt in de aanhef te lezen: 'Wij hebben de indruk gekregen dat er een sterke gelijkenis is in de wijze waarop de Telegraaf zijn nieuws opstelt en de wijze waarop het rapport van de commissie-Speijer over de Willem Arntsz Hoeve is opgesteld'. En Matthijs de Vreede constateert in een kader: 'Vooral onbewezen beschuldigingen in rapport over beleid Dennendal.'
- 13 juni: Volkskrant: 'Onderzoek was onvolledig. Stafleden Dennendal solidair met Muller.' En tussen aanhalingstekens wordt de staf geciteerd: 'Elk pilletje bij ons in discussie.'
- 14 juni: Het Vrije Volk: 'Dennendalstaf moet loyaliteitsverklaring tekenen.' Trouw: 'Staf van Dennendal weigert samenwerking met nieuwe directeur.'
- 15 juni: De Tijd bericht: 'Conflict met directeur niet opgelost. Ultimatum stafleden Dennendal ingetrokken. Groepsleiding in ernstig dilemma.' Op de begeleidende foto zeven ernstig kijkende stafleden - onder wie Martin de Rooy, Bartho Smit, Hendrik van Nek, Idam van Dam en Jet Douwes - rond Ton Steers, die een solidariteitsverklaring voorleest. De NRC komt met het nieuws dat het Ambtenarengerecht dr. W. L. Meijering in het gelijk heeft gesteld in diens klacht tegen zijn gedeeltelijke schorsing door staatssecretaris J. H. Kruisinga.
- medio juni: Carel Muller kondigt kort geding aan.
- 21 juni: Bestuur stapt op.
- 1 juli: Interim-bestuurders Veldkamp, Middelhuis en Hessing treden aan.
- 7 juli: Terugkeer Carel Muller; studieverlof André; er wordt een organisatie-onderzoek aangekondigd door het Nijmeegse organisatiebureau GITP.


1972: Stabilisering en agogische begeleiding


- zomer '72: Activiteiten in de de theetuin worden geleidelijk op een laag pitje gezet; de functie van permanente theetuinbeheerder wordt afgeschaft. Het GITP (Gemeenschappelijk Instituut voor Toegepaste Psychologie) houdt gesprekken op Dennendal. Carel Muller legt zich, in overeenstemming met de kritiek op zijn functioneren, toe op managementstaken. Zo zit hij het 'middelenmannenberaad' voor, opdat de middelenmannen zich zullen ontwikkelen tot paviljoensmanagers.
- oktober: De staf wijst het GITP de deur. In hun rapport 'Waar gebeurd', van 22 januari 1974, zullen de zes bestuursgetrouwe stafleden melden dat het GITP 'na verschillende gesprekken door de staf werd afgewezen'. Zij wekken dan de indruk dat zij dit achteraf betreuren. In het begin van ditzelfde verslag zeggen zij dat de staf niet is ingegaan op een voorstel van het GITP om de gevolgen op het relationele vlak van het eerste conflict te evalueren en constateren dan: 'naar ons gevoel zijn er hierdoor wrijvingen in relationeel opzicht bij diverse stafleden aanwezig gebleven'.


1973: VERDUNNING EN VERDERE DEMOCRATISERING: aanloop tweede conflict


- begin maart: De oud-kanselier-directeur van het Maagdenhuis, drs. W. Drechsel, wordt door Veldkamp aangetrokken als mede-interimbestuurder.
- 10 maart: Vrij Nederland publiceert een kritisch artikel door Joop van Tijn over de benoeming van Drechsel, die persoonlijk de ontruiming van het Maagdenhuis regelde en daardoor in de ogen van velen in progressief Nederland bloed aan zijn handen heeft.
- 2 april: Op het WA-Huis in Utrecht wordt vergaderd door Drechsel, Middelhuis en anderen. Een van de aanwezigen is de heer Wiegersma, een voormalig collega van Drechsel uit de Maagdenhuisperiode. Wiegersma wordt kennelijk ingewerkt voor zijn aanstaande functie van WA-bestuurder. Zijn benoeming zal, onder meer door de VN-publicatie, door Carel Muller en andere stafleden niet worden geaccepteerd en veroorzaakt in september en oktober een scherpe botsing met het bestuur.
- 14 april: Projectontwikkelaar Bofinex, die in eerste instantie was meegegaan met de voorstellen voor verdunning, laat definitief weten geen mogelijkheden te zien voor het bouwen van woningen voor ‘normale’ mensen op het terrein. Er zijn te veel problemen uit een oogpunt van vergunningen, bestemmingsplannen en dergelijke.
- 11 mei: Aantreden kabinet-Den Uyl, deels met een agenda die is ingegeven door de ideeën van Nieuw Links. De historicus Righart zou hierover later noteren: 'Wie het ideaal van de jaren zestig trachtte te politiseren, belandde in de jaren zeventig ofwel in een steriel polarisatiemodel - zie de PvdA na Nieuw Links - ofwel in een moordlustig fanatisme (RAF, Rode Brigades)' (Hans Righart: 29).
- 23 mei: 'De ballen ermee', verslag van een oprichtingsvergadering voor de WA-Raad onder leiding van Middelhuis (door HG). Dennendal verwerpt de gevolgde procedure, maar stapt niet uit het overleg (Ondergetekende bedankt voor het afgevaardigdeschap.)
- 1 juni: Opnieuw vergadering op WA-Huis. Ditmaal is de heer Hessel, een ex-professor uit Twente die als bestuurder is aangezocht, aanwezig. Hessel merkt tijdens de vergadering op dat 'Muller net zo moet worden benaderd als de studenten' waarmee spreker ervaring heeft. Drechsel benadrukt enkele malen dat Dennendal en Muller zich moeten neerleggen bij de opvattingen van het bestuur over nieuwbouw en verdunning (het vasthouden aan het contract met Bofinex). Hij schuwt daarbij niet uitdrukkingen als 'take it or leave it' en merkt op 'anders moet hij (Muller) maar opkrassen'. Zie ook het Naschrift aan het slot van deze Chronologie.
- 12 juni: Vergadering WA-Huis waarop Drechsel laat blijken geërgerd te zijn door het taalgebruik in mijn verslag van 23 mei. Het verslag wordt terzijde gelegd en er wordt niet ingegaan op een suggestie van de secretaris, de heer Cras, het elders te behandelen. Tijdens de vergadering wordt opnieuw zeer harde taal gebezigd over Muller en Dennendal. Uit de notulen blijkt duidelijk het autoritaire, weinig flexibele optreden van Drechsel 'regeringen moeten regeren, bestuurders moeten besturen' en zijn neiging problemen op te lossen door uitschakeling (ontslag) van de andere partij. Hij redeneert voortdurend dualistisch (ik boven de ander, die desnoods moet verdwijnen) en is nauwelijks of niet in staat tot polariteitsdenken (waarbij de ander op basis van gelijkwaardigheid een onderhandelingspositie wordt gegund). Ook blijkt hoe zeer het bestuur (vooral Drechsel) worstelde met de gedachte dat het bij een conflict de verliezende partij zou worden en zou moeten aftreden. Zie het Naschrift.
- juli: Publicatie van 'Verdunning, een kwestie van mogelijk maken en opeisen', een pleidooi voor het komen wonen op het terrein en afbraak van de 'gekkenfabriek' (HG).
- juli: Drechsel, Veldkamp, Middelhuis en Hessing maken officieel bekend dat zij het bestuur willen uitbreiden met de professoren Wiegersma en Hessel.
- 10 augustus: Dennendalkrant 1 verschijnt, met een oproep tot verdunning en democratisering (HG).
- 22 aug.: Het bestuur laat weten de benoeming van Wiegersma en Hessel ondanks de stafkritiek te willen doorzetten.
- 28 aug.: Dennendalkrant 2, met in de lead een voor Drechsel minder flatteus citaat van Joop van Tijn (die de oud-kanselier-directeur afschildert als een onbeschaamde zakkenvuller en baantjesjager).


SEPTEMBER: aanscherping tegenstelling staf-bestuur


- 1 sept.: Gerard van Westerloo schrijft in VN een artikel onder de koppen 'Verguisd tandem Driechsel-Wiegersma thans te Utrecht in de baan' en 'Nieuwe onrust dreigt bij Willen Arnszstichting'. Van Westerloo schildert het duo Drechsel-Wiegersma af als 'de belichaming (...) van bestuurlijk isolement en organisatorische desintegratie'.
- 3 september: Kennismaking met kandidaat-bestuursleden; Carel Muller reageert negatief op voordracht.
- 4 september: De staf stuurt een brief aan de commissaris der Koninging in Utrecht Verdam, GS Utrecht en B&W Utrecht waarin het vertrouwen in het bestuur wordt opgezegd. De brief is door alle stafleden ondertekend, uitgezonderd Hendrik van Nek en Jaap Buitendijk.
- 7 sept.: Het bestuur vraagt Carel Muller verantwoording voor de brief van de staf.
- 12 sept.: Uit een brief van Carel Muller aan het interim-bestuur: 'De wijze van besturen die door u het laatste half jaar is gedemonstreerd is in strijd met de doelstelling en de werkwijze van Dennendal. Wij rekenen het immers wel tot onze taak alles te doen om de zelfontplooiing van zwakzinnigen en medewerkers te bevorderen en alles te laten wat die zelfontplooiing kan belemmeren. Wij menen van u te kunnen verwachten dat u uw werkwijze aanpast aan de doelstelling van Dennendal.'
- 14 sept.: Dennendalkrant 3 verschijnt, met onder de kop 'Ach Carel, ontsloegen ze je maar jonge...' een pleidooi voor 'arbeiderszelfbestuur' en een radendemocratie, die zowel de 'interne' democratie van basis en staf als de 'externe' democratie van staf en bestuur dient te omvatten. Het stuk is impliciet kritisch over de staf, die onvoldoende steun aan een radendemocratie wordt verweten. Gezien het net uitgebroken conflict met het bestuur is het verhaal - om het eufemistisch te formuleren - olie op het vuur en niet handig getimed. 'Je bent nog niet ontslagen. Maar het zou best eens kunnen. Het bestuur weet het vermoedelijk zelf nog niet, maar het is aan hen. Het hangt van hun wijsheid en inzicht af... en niet van wat wij willen. Dat zij degenen zijn die jou ter verantwoording roepen, en niet wij... dat is wat er fout zit.
Niet alleen jouw recht op denken en inspraak wordt ter discussie gesteld, maar ons denken. (...) Zolang derden onze bestuurders ter verantwoording roepen, hoe kunnen wij dan ooit beginnen met jou ter verantwoording te roepen. Hoe kunnen we dan ooit hopen de problemen binnen onze werkgemeenschap op te lossen via het creëren van die organisatievorm waarin ze optimaal aan de orde worden gesteld?
Zwakzinnigen vormen één minderheid, zwakzinnigenwerkers een tweede. Als het bestuur jou ter verantwoording meent te moeten roepen omdat je voor zoveel mogelijk mensen wilt spreken, moet het dat maar doen... Hopelijk wordt het dan iedereen duidelijk dat het om hun belangen gaat en dat de dingen die de laatste tijd binnen de top van de stichting gebeurd zijn, gewoon niet meer mogen en kunnen'
(HG).
- 24 sept.: Nota aan de groepsleiding waarin wordt geciteerd uit een brief van de staf aan het bestuur. 'De gebeurtenissen van de afgelopen weken en maanden hebben ernstige schade toegebracht aan de relatie tussen u en Dennendal. In de eerste plaats was daar uw naar onze mening onbevredigende behandeling van onze bouwkundige problemen. In de tweede plaats de gehele gang van zaken rond de vacatures in het bestuur. Verder wordt aangedrongen op overleg tussen staf en bestuur 'in een rustige en constructieve sfeer'. Uit de brief blijkt dat er nog wel degelijk een relatie is tussen staf en bestuur, ondanks het op 4 september opgezegde vertrouwen in het bestuur. Kennelijk is het vertrouwen deels hersteld. De brief is ondertekend door: J.C. Muller, voorzitter staf Dennendal.
- 25 sept.: Brief van staflid Jaap Buitendijk aan Staf en Groepsleiding onder de kop 'A Streetcar named Desire'. 'Op de tramremise staan veel trams. De conducteurs kijken goed naar het bord boven op de trams als ze 's ochtends beginnen. Ze zouden eens in een heel verkeerde tram kunnen zitten als ze niet goed uitkijken! Er staan veel trams met allerleid borden: bestuursweg - conflictplein - Z-punt - paviljoensstraat en ga zo maar door.
Ik ben ook conducteur en het is goed dat mijn mede-conducteurs, als we 's morgens het werk verdelen, weten dat ik alleen op de volgende trams werk: 1. tram met eindpunt paviljoensstraat (allerlei haltes), 2. tram met eindpunt Z (allerlei haltes). Indien nodig wil ik mijn collega-conducteurs helpen hun tram te vinden. Ze moeten alleen niet verwachten dat ik meerijd!
DUS: ik ben hier gekomen én wil hier blijven om te werken in het belang van pupillen, Z-cursisten en groepsleiding. Ik distancieer me bij deze uitdrukkelijk van mensen en stromingen die mij dit (zullen) beletten en/of onmogelijk maken'
.
- 26 sept.: De Nieuwe Linie komt met een groot artikel van Rudie Kagie en Dick Arendshorst onder de kop: 'Nieuw conflict om Dennendal op komst'. De lead luidt alsvolgt: 'De zwakzinnigeninrichting Dennendal in Den Dolder staat aan de vooravond van een serie nieuwe conflicten, waarvan zij de eerste weeën op dit moment doorstaat. Wederom wordt gepoogd de vernieuwingszin van de inrichting de kop in te drukken en haar te laten meemarcheren in de pas der formalisten, ditmaal aangevoerd door een nieuw bestuur, dat boogt op de domme kracht van louter bestuurlijke kennis. (...) Omdat Dennendal ook nu niet van zins is zich te laten ringeloren en ook de verantwoordelijke gezagsvoerders wel weer op hun strepen zullen gaan staan, kunnen beide partijen de borst alvast nat maken.' Vervolgens wordt genoteerd: 'Als enig onderdeel van de stichting heeft alleen de staf van Dennendal zich tegen de benoeming van Wiegersma gekeerd, die buiten alle aanwezige inspraakmogelijkheden om is gebeurd'. De schrijvers citeren Carel Muller die zegt: 'Wij krijgen het gevoel opnieuw met onze pupillen en medewerkers in de kou te staan'.


OKTOBER: vertrouwensbreuk


- 11 okt.: De Volkskrant meldt: 'Staf van Dennendal zegt bestuur vertrouwen op'. In het bericht worden twee redenen genoemd: de aangekondigde benoeming van Wiegersma en besluiteloosheid ten aanzien van de bouwplannen van Dennendal. Er wordt vermeld dat het bestuur een ontmoeting met de staf heeft afgezegd, maar wel tijd vond met de benoemingsinstanties (B&W en GS Utrecht) te overleggen over de benoeming van Wiegersma en Hessel. De krant citeert de staf: 'Er is niet te werken met een bestuur dat over ons en zonder ons beslist.'.
- 12 okt.: De Volkskrant meldt dat de WA-raad bereid is in het conflict met het bestuur te bemiddelen.
Diezelfde dag stuurt Carel Muller de secretaris van het bestuur een briefje over het contract met Bofinex: 'Beste Cras, In de bestuur-directievergadering van maandag 1 oktober zei de heer Veldkamp dat wij contractuele verplichtingen hebben met Bofinex die het Dennendal zouden verhinderen een plannings- en bouwteam samen te stellen. Op gezag van de heer Blok heb ik dat toen tegengesproken. Tevens heb ik toegezegd die zaak nog eens met de heer Ligtelijn op te nemen. Ligtelijn bevestigt onze interpretatie. Niets staat ons in de weg om los van Bofinex onze eigen gang te gaan. Wel zal het bestuur Bofinex moeten ontslaan van zijn contractuele verplichting, nl. om alsnog een stuk te leveren dat in redelijkheid gezien kan worden als een vervulling van de oorspronkelijke opdracht'.
- 17 okt.: Carel Muller is uitgenodigd voor een gesprek met het Interim-Bestuur, maar merkt bij aankomst dat ook Wiegersma aanwezig is. Hij weigert met Wiegersma te vergaderen en maakt prompt rechtsomkeert.
- 19 okt.: Trouw bericht over de zaak onder de kop: 'Deze heren bestuurders maken is gelijk aan mr. Van Riel benoemen tot VPRO-voorzitter'. Het artikel heeft als lead: 'Na twee jaar betrekkelijke rust worden de stellingen aan het Dennendal-front weer betrokken. In 1971 ontstond er een langdurig en ernstig conflict tussen de staf van de zwakzinningenafdeling Dennendal en het toenmalige bestuur. Inzet: de opvatting van drs. Carel Muller, directeur van Dennendal, en van zijn staf, dat moest worden gebroken met een verouderde, autoritaire structuur in de inrichting, opdat de zwakzinnigen meer speelruimte zouden kunnen krijgen'.
- 20 okt.: De Volkskrant bericht over een brief van Veldkamp aan de WA-raad waarin Veldkamp zegt het te betreuren dat Dennendal het vertrouwen in het bestuur heeft opgezegd. 'Over de nieuwbouwplannen schrijft Veldkamp dat het bestuur juist alles heeft geprobeerd om de nieuwbouw op Dennendal van de grond te krijgen. Het bestuur was het in grote trekken eens met de nota van Dennendal en verklaarde zich bereid tot een experiment. Over de moeilijkheden rond de benoeming van twee nieuwe bestuursleden zegt dr. Veldkamp dat het bestuur zich volledig gehouden heeft aan de voorgeschreven procedures.'
Elders in dezelfde krant: 'Staf van Dennendal weigert te capituleren: BETUTTELING IS UIT DE TIJD'
- 22 okt.: Open brief HG met oproep voor verkiezingen voor een Dennendalraad (de kwestie is dan binnen Dennendal volledig van de agenda, het schrijven wordt kennelijk niet opportuun geacht en er komt geen reactie): 'Hou verkiezingen met kandidaten, hoe vreemd dat op het eerste gezicht de betrokkenen ook mag toeschijnen: alles went! (...)Zo'n raad zou in eerste instantie kunnen dienen als een informatiekanaal voor mensen die hun blik willen verruimen. Het goede van de radenstructuur is immers het steeds weerkerende vernieuwingselement van de verkiezingen. De raad zou daarnaast kunnen fungeren naast de staf, zoals de Tweede naast de Eerste Kamer. Dat op den duur wellicht sprake zou zijn van een verschuiven van beslissingsmacht, lijkt nu geen bezwaar te vormen. Ik wil besluiten te wijzen op de wettelijke verplichting die er bestaat een ondernemingsraad in te stellen (...) Gaarne zou ik dus vernemen wanneer en hoe er gekozen gaat worden, hoe de procedures daarbij verlopen, etc. etc.'


NOVEMBER: conflict dijdt steeds verder uit


- 3 nov.: Uitvoerig HP-artikel Heerma van Voss waarin deze probeert te analyseren waarom de gezamenlijke directie van de Hoeve geen rol lijkt te spelen in het conflict tussen Dennendal en het bestuur. Het artikel heeft als kop 'Wat gebeurde er toch met Dennendal?' en de lead 'Naweeën van een rel: De Willem Arntsz Stichting, een van de grootste psychiatrische inrichtingen van ons land, heeft een trauma. Er is een paar jaar geleden iets verschrikkelijks gebeurd (Dennendal), maar de patiënt weet niet goed wat er nu aan de hand was, wil er niet meer aan denken, maar wordt er steeds aan herinnerd: zijn handelen wordt er door beheerst, maar hij spreekt er met niemand over.
Ergens in het verhaal somt Heerma van Voss de recente ontwikkelingen samen onder het kopje 'timide': ' Sinds begin september zijn er daarom weer schermutselingen tussen Muller en het bestuur. De eerste speelt het principieel en openlijk, het bestuur reageerde eerst intimiderend, daarna met concessies op andere punten (de 'verdunning' is nu plotseling geaccepteerd), daarna timide. De staf zei het vertrouwen in het bestuur op ('Wij kunnen niet werken met een bestuur dat zonder ons over ons beslist'), het bestuur reageerde met: 'Wij achten een vertrouwensbasis met alle onderdelen van de Stichting geboden' - maar Wiegersma heeft zich nog steeds niet wijselijk teruggetrokken.
Op dit moment is de zaak, voor een soort bemiddeling, in handen van de Willem Arntsz Raad, een advieslichaam dat zelf nog in oprichting is. Dr. Veldkamp zit noodgedwongen nog steeds op zijn interimstoel: mogelijk dringt de ideële hoofdzaak van de rel die hij hielp blussen ook tot hem nu pas door.'

Heerma van Voss legt verder de drie directeuren van de WA-Hoeve de vraag voor of het eerste conflict wel eens is uitgepraat. Mej. van Dijk van Geriatrie meent:'Ik geloof dat er erg veel uitgepraat is, en dat niet altijd alles uit te praten valt.'
Muller: 'Nee, geen woord.
Poslavsky van Psychiatrie: ''Het kan zeer nuttig zijn, het kan zinloos zijn.'
Op de vraag hoe dat aanvoelt heeft alleen Carel Muller een antwoord: 'Over het algemeen toch wel kil.'
-20 november: Gesprek tussen interim-bestuur en Van Nek, dat in het geheim door het bestuur op de band wordt opgenomen. De bandjes vallen zouden in februari '74 tijdens een bezetting van het Willen Arntsz Huis in handen vallen van bezetters. Ze worden prompt door Tessel Pollman en Gerard van Westerloo deels in Vrij Nederland gepubliceerd. Kenmerkend voor de verwarring van Van Nek is diens opmerking dat hij zich enerzijds 'een verrader' voelt, en anderzijds 'tegen de Amerikaanse oorlog in Vietnam' blijft.


DECEMBER: schisma


- 12 dec.: De Volkskrant meldt onder de kop 'Dennendal wil los van W.A. Stichting' dat GS en B&W Utrecht prof. dr. S. Wiegersma uit Voorthuizen en prof. dr. Hessel uit Utrecht per 1 januari hebben benoemd tot bestuurslid.
Verder wordt bericht dat volgens Carel Muller Dennendal zich nu los zal maken. Carel Muller wijst op een advies van de WA-raad, om 'beiden alleen voor te dragen als hun kandidatuur de algemene instemming heeft van de WA-raad en de ondernemingsraad' - en Dennendal is tegen. Muller spreekt van het 'doordrammen' van Veldkamp: 'Het is voor hem een prestigezaak geworden en dankzij zijn relaties heeft hij de benoemingen toch kunnen doordrukken.'
- rond 25/26 december: Carel Muller pleegt rond de kerst een reeks telefoontjes waarbij hij erin slaagt in korte tijd een aantal klinkende namen te interesseren voor een Werkgroep Bestuur Dennendal, een alternatief Dennendalbestuur in spe.
- 27 december: De stafleden Jaap Buitendijk, Geert Hesse, Jan Marcelis, Henk Rehmeijer en Ton Steers sturen een brief aan de groepsleiding, de staf en het bestuur van de oudervereniging waarin zij zeggen te reageren op uitlatingen tegenover de media 'over een autonoom Dennendal'.
Zij beroepen zich op de nota '71 I - waarin de directeur met de overige stafleden gelijkgeschakeld werd - en constateren dat deze nota 'met voeten wordt getreden'.
Verder vinden ze dat 'nu de spanningen een climax dreigen te bereiken, met een deel van de staf niet wordt gepraat, en dat deel zelfs niet wordt geïnformeerd'.
Zij zeggen het gevoel te hebben dat ze buiten spel gezet zijn, en met name daardoor geen vertrouwen te kunnen hebben in een autonoom Dennendal (onder Carel Mullers leiding), 'afgezien van het feit dat een losmaking uit de WA-Stichting juridisch een moeilijke zaak is, die niet zonder medewerking van het stichtingsbestuur kan geschieden'.
Zij zeggen verder dat een afscheiding van Dennendal 'pas gerechtvaardigd is als aangetoond is dat zulks in het belang van de pupillen gebeurt'.
Zij menen dat een afscheiding 'als gevolg van een conflictueuze situatie' alleen mogelijk is 'als de staf zowel als het stichtingsbestuur dit als een positieve mogelijkheid ziet om uit een impasse te geraken'.
De stafminderheid beroept zich op haar democratische rechten, zoals vastgelegd in de nota '71 I, maar gaat voorbij aan de democratische rechten van de groepsleiding, zoals die feitelijk in de laatste helft van '73 zijn opgeëist en informeel zijn gerealiseerd. De nota is eind '73 achterhaald en wordt door de vijf op zeer discutabele wijze gebruikt als argument voor hun bezwaren tegen de voortgaande democratisering. Het is duidelijk dat een meerderheid van de staf en een zeer grote meerderheid van de groepsleiding achter Carel Muller staat in diens conflict met het bestuur. Anderszins scoren de vijf als zij erop wijzen dat zij binnen de staf een grote minderheid vormen, die niet kan worden genegeerd.

Zie voor het vervolg CHRONOLOGIE II: 1974 tot en met Carel Muller en Den Uyl.