HOME - INHOUD - TERUG - VOLGENDE
EEN MOOIE SNEEUWBAL: 9.6: Verdunning opeisen
jouw foto hier
Brandbrief van juli 1973
'Verdunnen' en 'democratiseren': toverwoorden die je aan elkaar kon koppelen
In de loop van '73 werd ik steeds expressiever in mijn schrijven. Ik knalde het ene stuk na het andere uit de typemachine en merkte daarbij weinig of niets van supervisie. Ik volgde niet, zoals de meeste groepsleiders, de Z-opleiding en kreeg voornamelijk begeleiding van Lorentz-supervisor Martin de Rooy, Jan Marcelis - die naast personeelszaken veel activiteiten coördineerde - en Carel Muller, die lange tijd wekelijks het 'middelenmannenberaad' voorzat.
In juli '73 schreef ik een stuk genaamd 'Verdunning: een kwestie van mogelijk maken en opeisen', dat weliswaar sterk mijn eigen opvattingen weergaf, maar daarnaast ook aansloot bij de discussie onder de groepsleiding. Het verhaal begon met: 'We weten wat we zijn, maar we weten niet wat we zullen zijn of wat we hadden kunnen zijn (...); het vermogen om afstand te doen van onze zekerheden, onze etiketten en identiteit is in onszelf beperkt. We zullen moeten beseffen dat, zodra we ophouden met het kritisch volgen van onszelf en onze werksituatie, we onze pupillen steeds weer tot patiënten maken en onszelf tot werkers in een gekkenfabriek (...)'
Daarna werden nogal pertinente vragen gesteld, zoals over de bereidheid op het terrein te komen wonen en 'deze fabriek met z'n ploegbazen en opgefokte toestanden (...) te ontmantelen en te vervangen door een leef- en werkgemeenschap'.
Het kritische en opstandige stuk was niet alleen voor mij belangrijk, maar ook voor anderen. Het leverde net als de latere Dennendalkrant citaten voor de nieuwbouwbrochure van de 'werkgroep bouwen-wonen': Een goede buurt, filosofie van de verdunning op Dennendal (nieuwSchrift nr5 '74: citaten uit eigen koker: 12). Er werd een duidelijk verband gelegd tussen de kwestie van de verdunning en die van de democratisering. Het pamflet laat zien hoezeer Dennendal in de zomer van '73 bezig was naar een nieuwe identiteit te zoeken en te evolueren, hoezeer enerzijds sprake was van frustratie en anderzijds van hoop en perspectief.